Net als Engels zijn Duitse bijwoorden woorden die werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of andere bijwoorden wijzigen. Ze worden gebruikt om een plaats, tijd, oorzaak en manier aan te geven, en ze kunnen worden gevonden in verschillende delen van een zin.
Voorbeelden
Hier is waar u een bijwoord in een Duitse zin kunt vinden:
Voor of na werkwoorden:
Ich lese Gern. (Ik hou van lezen.)
Das habe ich hierhin gestellt. (Ik heb dat hier geplaatst.)
Voor of na zelfstandige naamwoorden:
Der Mann da, der guckt dich immer an. (De man daar kijkt je altijd aan.)
Ich habe drüben ben Ufer ein Boot. (Ik heb daar een boot aan de kust.)
Voor of na bijvoeglijke naamwoorden:
Diese Frau ist sehr hübsch. (Deze vrouw is erg mooi.)
Ich bin in spätestens drei Wochen zurück. (Ik ben uiterlijk over drie weken terug.)
voegwoorden
Bijwoorden kunnen soms ook als conjunctie fungeren. Bijvoorbeeld:
Ich habe letzte Nacht überhaupt nicht geschlafen, deshalb bin ich müde. (Ik heb gisteravond helemaal niet geslapen, daarom ben ik zo moe.)
Wijzig een zin
Bijwoorden kunnen ook een zin veranderen. Specifiek, vraagbijwoorden (Frageadverbien) kan een zin of een zin wijzigen. Bijvoorbeeld:
Worüber denkst du? (Waar denk je aan?)
Het beste ding over Duitse bijwoorden is dat ze nooit worden geweigerd. (Hebben we net een zucht van opluchting gehoord?) Bovendien kunnen bijwoorden worden gemaakt van zelfstandige naamwoorden, voorzetsels, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden:
Bijwoorden maken
Hier zijn enkele manieren om bijwoorden in het Duits te maken:
Bijwoorden plus voorzetsels: Bij het combineren van voorzetsels met de bijwoorden wo (r), da (r) of hier, u krijgt voorzetsels bijvoegsels, zoals Worauf (on waar), Davor (daarvoor) en hierum (hier in de buurt).
Werkwoorden als bijwoorden: Deeltjes van werkwoorden uit het verleden kunnen worden gebruikt als bijwoorden en zonder aanpassing. Lees hier meer: Deelwoorden in het verleden als bijwoorden.
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord is: Predicaat-bijvoeglijke naamwoorden werken als bijwoorden wanneer ze achter een vervoegd werkwoord worden geplaatst en u hoeft geen wijzigingen aan te brengen in het predicaat-bijvoeglijk naamwoord. In tegenstelling tot het Engels, maken Duitsers geen onderscheid in vorm tussen een predikaat en een bijwoord. Zie Bijwoorden van wijze en graad.
Types
Bijwoorden zijn onderverdeeld in vier hoofdgroepen: