Cybele en Attis is het verhaal van de tragische liefde van de Phrygische grote moedergodin Cybele voor de sterfelijke Attis. Het is ook een verhaal over zelfverminking en regeneratie.
Toen Cybele - een van Zeus 'minnaars - hem verwierp, zou Zeus geen "nee" als antwoord nemen. Terwijl zijn slachtoffer sliep, morste de grote philanderer zijn zaad op haar. (Te zijner tijd is Cybele bevallen van Agdistis, een hermafrodiete demon zo sterk en wild dat de andere goden hem vreesden. In hun schrik sneden ze zijn mannelijk geslachtsorgaan af. Uit zijn bloed ontstond een amandelboom. Deze castratie / geboorteverbinding wordt ook gezien in een versie van het verhaal van de geboorte van Aphrodite.
De rivier de Sangarius had een dochter genaamd Nana die de vrucht van deze amandelboom at. Toen Nana, als gevolg van haar snack, 9 maanden later een jongenskind afleverde, stelde Nana het kind bloot. Dit was een oude methode om met ongewenste kinderen om te gaan die meestal tot de dood leidde, maar niet bij belangrijke figuren als Romulus en Remus, Parijs en Oedipus. De kinderdood zou echter niet zijn lot zijn. In plaats daarvan, opgevoed door de spreekwoordelijke herders, werd de jongen al snel gezond en knap - zo knap dat zijn grootmoeder Cybele verliefd op hem werd.
De jongen, wiens naam Attis was, was zich niet bewust van de liefde die Cybele hem droeg. Na verloop van tijd zag Attis de mooie dochter van de koning van Pessinus, werd verliefd en wilde met haar trouwen. De godin Cybele werd waanzinnig jaloers en maakte Attis gek als wraak. Attis rende door de bergen en stopte aan de voet van een pijnboom. Daar castreerde en doodde Attis zichzelf. Uit Attis 'bloed kwamen de eerste viooltjes. De boom zorgde voor de geest van Attis. Het vlees van Attis zou zijn vergaan als Zeus niet was binnengestapt om Cybele te helpen bij zijn opstanding.
Sindsdien is een jaarlijks ritueel uitgevoerd om het lichaam van de dode Atti's te zuiveren. De priesters - Galli of Galilea genoemd - zijn geëmuleerd in de navolging van Attis. Een pijnboom wordt omgehakt, bedekt met viooltjes en naar het heiligdom van Cybele op Mt. Dindymus. Daar wordt Attis 3 dagen treuren. Dan, wanneer Cybele hem weer tot leven brengt, is er een wild en vreugdevol feest.