De basis Een inleiding tot elektriciteit en elektronica

Elektriciteit is een vorm van energie waarbij elektronen stromen. Alle materie bestaat uit atomen, met een centrum dat een kern wordt genoemd. De kern bevat positief geladen deeltjes die protonen worden genoemd en ongeladen deeltjes die neutronen worden genoemd. De kern van een atoom is omgeven door negatief geladen deeltjes die elektronen worden genoemd. De negatieve lading van een elektron is gelijk aan de positieve lading van een proton, en het aantal elektronen in een atoom is meestal gelijk aan het aantal protonen.

Wanneer de balanceringskracht tussen protonen en elektronen wordt verstoord door een externe kracht, kan een atoom een ​​elektron winnen of verliezen. En wanneer elektronen "verloren" gaan door een atoom, vormt de vrije beweging van deze elektronen een elektrische stroom.

Mensen en elektriciteit

Elektriciteit is een basisonderdeel van de natuur en het is een van onze meest gebruikte vormen van energie. Mensen halen elektriciteit, een secundaire energiebron, uit de conversie van andere energiebronnen, zoals steenkool, aardgas, olie en kernenergie. De oorspronkelijke natuurlijke bronnen van elektriciteit worden primaire bronnen genoemd.

Veel steden en dorpen werden gebouwd naast watervallen (een primaire bron van mechanische energie) die waterwielen draaiden om werk uit te voeren. En voordat de elektriciteitsproductie iets meer dan 100 jaar geleden begon, werden huizen verlicht met kerosinelampen, werd voedsel gekoeld in koelboxen en werden kamers verwarmd door houtkachels of kolenkachels.

Beginnend met Benjamin Franklin's experimenteerde met een vlieger op een stormachtige nacht in Philadelphia, werden de principes van elektriciteit geleidelijk begrepen. Halverwege de 19e eeuw veranderde het leven van iedereen met de uitvinding van de elektrische gloeilamp. Vóór 1879 werd elektriciteit gebruikt in booglampen voor buitenverlichting. De uitvinding van de gloeilamp gebruikte elektriciteit om binnenverlichting naar onze huizen te brengen.

Elektriciteit opwekken

Een elektrische generator (lang geleden werd een machine die elektriciteit opwekte de naam "dynamo" genoemd. De huidige term die wordt gebruikt is "generator") is een apparaat voor het omzetten van mechanische energie in elektrische energie. Het proces is gebaseerd op de relatie tussen magnetisme en elektriciteit. Wanneer een draad of enig ander elektrisch geleidend materiaal over een magnetisch veld beweegt, treedt een elektrische stroom op in de draad.

De grote generatoren die door de elektriciteitsindustrie worden gebruikt, hebben een stationaire geleider. Een magneet bevestigd aan het uiteinde van een roterende as bevindt zich in een stationaire geleidende ring die is omwikkeld met een lang, ononderbroken stuk draad. Wanneer de magneet roteert, induceert deze een kleine elektrische stroom in elke draadsectie terwijl deze passeert. Elke draadsectie vormt een kleine, afzonderlijke elektrische geleider. Alle kleine stromen van afzonderlijke secties tellen op tot één stroom van aanzienlijke omvang. Deze stroom wordt gebruikt voor elektrische stroom.

Een elektriciteitscentrale gebruikt een turbine, motor, waterrad of andere soortgelijke machine om een ​​elektrische generator of apparaat aan te drijven dat mechanische of chemische energie in elektriciteit omzet. Stoomturbines, verbrandingsmotoren, gasturbines, waterturbines en windturbines zijn de meest gebruikelijke methoden om elektriciteit op te wekken.