Pan - of Faunus in de Romeinse mythologie - is de lawaaierige god met de geitenvoet van de Grieken. Hij zorgt voor herders en bossen, is een bekwame muzikant en bedacht het instrument dat naar hem werd genoemd-panfluit. Hij leidt de nimfen in dansen en wekt paniek op. Hij wordt aanbeden in Arcadia en wordt geassocieerd met seksualiteit.
Pan werd geboren in Arcadia. Er zijn verschillende versies van de geboorte van Pan. In één zijn zijn ouders Zeus en Hybris. In een andere, de meest voorkomende versie, is zijn vader Hermes; zijn moeder, een nimf. In een andere versie van zijn geboorte zijn Pan's ouders Penelope, de vrouw van Odysseus en haar partner, Hermes of, mogelijk, Apollo. In de landelijke Griekse dichter van de derde eeuw voor Christus. Theocritus, Odysseus is zijn vader.
De attributen of symbolen geassocieerd met Pan zijn bossen, weiden en de syrinx-een fluit. Hij wordt afgebeeld met geitenpoten en twee horens en draagt een lynx-pels. In de vaas van de Pan-schilder achtervolgt een jonge Pan met een geitenkop en staart een jeugd.
In Plutarch's Moralia, hij meldt een gerucht over de dood van Pan, die als god niet kon sterven, althans in principe.
bronnen
Oude bronnen voor Pan omvatten Apollodorus, Cicero, Euripides, Herodotus, Hyginus, Nonnius, Ovid, Pausanias, Pindar, Plato, Statius en Theocritus.
Timothy Gantz ' Vroege Griekse mythen geeft veel details over de Pan-tradities.