In 1986 kondigde Nederland de nieuwe 12e provincie van Flevoland af, maar zij hebben de provincie niet van reeds bestaand Nederlands land verwijderd, noch hebben zij het grondgebied van hun buren, Duitsland en België geannexeerd. In plaats daarvan werd Nederland groter met behulp van dijken en polders, waardoor het oude Nederlandse gezegde "Terwijl God de aarde schiep, creëerden de Nederlanders Nederland" uitkwam.
Het onafhankelijke land van Nederland dateert pas uit 1815, maar het gebied en zijn inwoners hebben een veel langere geschiedenis. Nederland ligt in Noord-Europa, net ten noordoosten van België en ten westen van Duitsland, en bevat een kustlijn van 451 km langs de Noordzee. Nederland heeft ook de monding van drie belangrijke Europese rivieren: de Rijn, de Schelde en de Maas. Dit vertaalt zich in een lange geschiedenis van omgaan met water en pogingen om massale, destructieve overstromingen te voorkomen.
De Nederlanders en hun voorouders werken al meer dan 2000 jaar aan het terughouden en terugwinnen van land van de Noordzee. Vanaf ongeveer 400 v.Chr. Vestigden de Friezen zich als eerste in Nederland. Zij waren het die terpen bouwden (een Oudfries woord dat 'dorpen' betekent), dat aardheuvels waren waarop ze huizen of zelfs hele dorpen bouwden. Deze terpen werden gebouwd om de dorpen tegen overstromingen te beschermen. (Hoewel dit er ooit duizenden waren, zijn er nog ongeveer duizend terpen die nog in Nederland bestaan.)
Rond deze tijd werden ook kleine dijken gebouwd. Deze waren meestal vrij kort (ongeveer 27 inch of 70 centimeter hoog) en gemaakt van natuurlijke materialen die in de omgeving werden gevonden.
Op 14 december 1287 faalden de terpen en dijken die de Noordzee tegenhielden en het water stroomde door het land. Deze overstroming, bekend als de zondvloed van St. Lucia, doodde meer dan 50.000 mensen en wordt beschouwd als een van de ergste overstromingen in de geschiedenis. Een gevolg van de massale overstroming van St. Lucia was de oprichting van een nieuwe baai, genaamd Zuiderzee ("Zuidzee"), gevormd door vloedwater dat een groot gebied van landbouwgrond had ondergelopen.
De volgende eeuwen hebben de Nederlanders gewerkt om het water van de Zuiderzee langzaam terug te dringen, dijken te bouwen en polders te creëren (de term die wordt gebruikt om elk stuk water te beschrijven dat is teruggewonnen uit water). Nadat dijken waren gebouwd, werden kanalen en pompen gebruikt om het land af te voeren en droog te houden.
Vanaf de jaren 1200 werden windmolens gebruikt om overtollig water van de vruchtbare grond te pompen en windmolens werden een icoon van het land. Tegenwoordig zijn de meeste windmolens echter vervangen door pompen op elektriciteit en diesel.
Stormen en overstromingen in 1916 vormden de aanleiding voor de Nederlanders om een groot project te starten om de Zuiderzee terug te winnen. Van 1927 tot 1932 werd een 19-mijl (30,5 kilometer) lange dijk gebouwd met de naam Afsluitdijk (de "Closing Dike"), die de Zuiderzee veranderde in het IJsselmeer, een zoetwatermeer.
Op 1 februari 1953 trof Nederland opnieuw een verwoestende overstroming. Veroorzaakt door een combinatie van een storm over de Noordzee en springtij, stegen golven langs de zeewering tot 15 voet (4,5 meter) hoger dan het gemiddelde zeeniveau. In sommige gebieden piekte het water boven bestaande dijken en morste het op nietsvermoedende, slapende steden. Iets meer dan 1.800 mensen in Nederland stierven, 72.000 mensen moesten worden geëvacueerd, duizenden dieren stierven en er was een enorme hoeveelheid materiële schade.
Deze verwoesting bracht de Nederlanders ertoe de Deltawet in 1958 goed te keuren, waardoor de structuur en het beheer van de dijken in Nederland werden gewijzigd. Dit nieuwe administratieve systeem creëerde op zijn beurt het project dat bekend staat als de North Sea Protection Works, waaronder het bouwen van een dam en barrières over de zee. Deze enorme technische prestatie wordt nu beschouwd als een van de zeven wonderen van de moderne wereld, volgens de American Society of Civil Engineers.
Verdere beschermende dijken en werken zoals dammen, sluizen, sluizen, dijken en stormvloedkeringen werden gebouwd, die het land van het IJsselmeer begonnen terug te winnen. Het nieuwe land leidde tot de oprichting van de nieuwe provincie Flevoland uit eeuwenlang zee en water.
Vandaag ligt ongeveer 27% van Nederland eigenlijk onder zeeniveau. Dit gebied herbergt meer dan 60% van de bevolking van het land met ongeveer 17 miljoen mensen. Nederland, dat ongeveer de grootte heeft van de Amerikaanse staten Connecticut en Massachusetts samen, heeft een gemiddelde hoogte van 36 voet (11 meter).
Een groot deel van Nederland is zeer vatbaar voor overstromingen. De tijd zal leren of de North Sea Protection Works sterk genoeg zijn om het te beschermen.