"Buffer" is een generieke term die verwijst naar een blok computergeheugen dat dient als tijdelijke tijdelijke aanduiding. U kunt de term tegenkomen op uw computer, die RAM als buffer gebruikt, of in videostreaming, waarbij een gedeelte van de film die u streamt, naar uw apparaat wordt gedownload om uw weergave voor te blijven. Computerprogrammeurs gebruiken ook buffers.
Bij computerprogrammering kunnen gegevens in een softwarebuffer worden geplaatst voordat deze worden verwerkt. Omdat het schrijven van gegevens naar een buffer veel sneller is dan een directe bewerking, is het gebruik van een buffer tijdens het programmeren in C en C ++ zinvol en versnelt het berekeningsproces. Buffers zijn handig wanneer er een verschil bestaat tussen de ontvangen tariefgegevens en de verwerkte snelheid.
Een buffer is tijdelijke opslag van gegevens die op weg is naar andere media of opslag van gegevens die niet-sequentieel kunnen worden gewijzigd voordat deze sequentieel worden gelezen. Het probeert het verschil tussen invoersnelheid en uitvoersnelheid te verminderen. Een cache fungeert ook als buffer, maar slaat gegevens op die naar verwachting meerdere keren zullen worden gelezen om de behoefte aan langzamere opslag te verminderen.
Gewoonlijk wordt bij het openen van een bestand een buffer gemaakt. Wanneer u het bestand sluit, wordt de buffer leeggemaakt. Wanneer u in C ++ werkt, kunt u een buffer maken door geheugen op deze manier toe te wijzen:
char * buffer = new char [lengte];
Wanneer u het geheugen wilt vrijmaken dat aan een buffer is toegewezen, doet u dit als volgt:
verwijder [] buffer;
Opmerking: Als uw systeem weinig geheugen heeft, hebben de voordelen van buffering te lijden. Op dit punt moet u een balans vinden tussen de grootte van een buffer en het beschikbare geheugen van uw computer.