Plankton is een algemene term voor de 'drijvers', de organismen in de oceaan die met de stromingen meegaan. Dit omvat zoöplankton (dierlijk plankton), fytoplankton (plankton dat in staat is tot fotosynthese) en bacterioplankton (bacteriën).
Het woord plankton komt van het Griekse woord Planktos, wat "zwerver" of "zwerver" betekent.
Plankton is de meervoudsvorm. De enkelvoudige vorm is plankter.
Plankton is overgeleverd aan de wind en de golven, maar niet alle zijn volledig onbeweeglijk. Sommige soorten plankton kunnen zwemmen, maar alleen zwak of verticaal in de waterkolom. En niet alle plankton is klein - kwallen (zeegeleien) worden als plankton beschouwd.
Sommige zeedieren doorlopen een planktonisch stadium (meroplankton genaamd) voordat ze vrijzwemmen. Zodra ze zelfstandig kunnen zwemmen, worden ze geclassificeerd als nekton. Voorbeelden van dieren met een meroplankton-stadium zijn koralen, zeesterren (zeesterren), mosselen en kreeft.
Holoplankton zijn organismen die hun hele leven plankton zijn. Voorbeelden hiervan zijn diatomeeën, dinoflagellaten, salpen en krill.
Hoewel de meeste mensen plankton als microscopische dieren beschouwen, zijn er grotere plankton. Met hun beperkte zwemvermogen worden kwallen vaak het grootste type plankton genoemd. Naast dat het wordt gecategoriseerd door levensfasen, kan plankton worden ingedeeld in verschillende groepen op basis van grootte.
Deze groepen omvatten:
De categorieën voor de kleinste planktonmaten waren recenter nodig dan sommige andere. Het was pas in de late jaren 1970 dat wetenschappers de apparatuur beschikbaar hadden om hen te helpen het grote aantal planktonbacteriën en virussen in de oceaan te zien.
De plaats van een planktonsoort in de voedselketen hangt af van wat voor soort plankton het is. Fytoplankton zijn autotrofen, dus ze maken hun eigen voedsel en zijn producenten. Ze worden gegeten door zoöplankton, dat zijn consumenten.
Plankton leeft in zowel zoetwater- als mariene omgevingen. Degenen die in de oceaan leven zijn te vinden in zowel kust- als pelagische zones, en in een reeks watertemperaturen, van tropisch tot polair water.
De copepod is een soort zoöplankton en is een primaire voeding voor juiste walvissen.