Het verschil tussen heterogene en homogene mengsels

De termen heterogeen en homogeen verwijzen naar mengsels van materialen in de chemie. Het verschil tussen heterogene en homogene mengsels is de mate waarin de materialen met elkaar worden gemengd en de uniformiteit van hun samenstelling.

EEN homogeen mengsel is een mengsel waarbij de componenten waaruit het mengsel bestaat gelijkmatig over het mengsel zijn verdeeld. De samenstelling van het mengsel is overal hetzelfde. Er is slechts één fase van materie waargenomen in een homogeen mengsel. Je zou dus niet zowel een vloeistof als een gas of een vloeistof en een vaste stof in een homogeen mengsel waarnemen.

01:43

Kijk nu: wat is het verschil tussen homogeen en heterogeen?

Voorbeelden van homogene mengsels

Er zijn verschillende voorbeelden van homogene mengsels in het dagelijks leven:

  • Lucht
  • Suiker water
  • Regenwater
  • Wodka
  • Azijn
  • Afwasmiddel
  • Staal

U kunt geen componenten van een homogeen mengsel uitkiezen of een eenvoudig mechanisch middel gebruiken om ze te scheiden. Je kunt geen afzonderlijke chemicaliën of ingrediënten zien in dit type mengsel. Slechts één fase van materie is aanwezig in een homogeen mengsel.

EEN heterogeen mengsel is een mengsel waarbij de componenten van het mengsel niet uniform zijn of gelokaliseerde gebieden met verschillende eigenschappen hebben. Verschillende monsters uit het mengsel zijn niet identiek aan elkaar. Er zijn altijd twee of meer fasen in een heterogeen mengsel, waar u een regio kunt identificeren met eigenschappen die verschillen van die van een andere regio, zelfs als ze dezelfde materietoestand hebben (bijvoorbeeld vloeibaar, vast).

Heterogene mengselvoorbeelden

Heterogene mengsels komen vaker voor dan homogene mengsels. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Granen in melk
  • Groentesoep
  • Pizza
  • Bloed
  • Grind
  • IJs in frisdrank
  • Salade dressing
  • Gemixte noten
  • Kom gekleurd snoep
  • Bodem

Meestal is het mogelijk om componenten van een heterogeen mengsel fysiek te scheiden. U kunt bijvoorbeeld vaste bloedcellen centrifugeren (spin-out) om ze te scheiden van het bloedplasma. Je kunt ijsblokjes uit frisdrank verwijderen. U kunt snoepjes scheiden op basis van kleur.

Homogene en heterogene mengsels uit elkaar halen

Meestal is het verschil tussen de twee soorten mengsels een kwestie van schaal. Als je van een strand naar zand kijkt, zie je de verschillende componenten, zoals schelpen, koraal, zand en organisch materiaal. Het is een heterogeen mengsel. Als u echter een grote hoeveelheid zand van een afstand bekijkt, is het onmogelijk om de verschillende soorten deeltjes te onderscheiden. Het mengsel is homogeen. Dit kan verwarrend lijken!

Overweeg de steekproefomvang om de aard van een mengsel te identificeren. Als u meer dan één fase van materie of verschillende regio's in de steekproef kunt zien, is het heterogeen. Als de samenstelling van het mengsel uniform lijkt, ongeacht waar u het bemonstert, is het mengsel homogeen.