In de breedste zin kunnen vaste stoffen worden gecategoriseerd als kristallijne vaste stoffen of amorfe vaste stoffen. Meer in het bijzonder herkennen wetenschappers typisch zes hoofdtypen vaste stoffen, elk gekenmerkt door specifieke eigenschappen en structuren.
Ionische vaste stoffen vormen zich wanneer elektrostatische aantrekking ervoor zorgt dat anionen en kationen een kristalrooster vormen. In een ionisch kristal wordt elk ion omgeven door ionen met een tegengestelde lading. Ionische kristallen zijn extreem stabiel omdat er veel energie nodig is om ionische bindingen te verbreken.
De positief geladen kernen van metaalatomen worden bijeengehouden door valentie-elektronen om metalen vaste stoffen te vormen. De elektronen worden als "gedelokaliseerd" beschouwd omdat ze niet zijn gebonden aan bepaalde atomen, zoals in covalente bindingen. Gedelokaliseerde elektronen kunnen door de vaste stof bewegen. Dit is het "elektron zee-model" van metaalachtige vaste stoffen-positieve kernen die in een zee van negatieve elektronen drijven. Metalen worden gekenmerkt door een hoge thermische en elektrische geleidbaarheid en zijn meestal hard, glanzend en ductiel.
Voorbeelden: bijna alle metalen en hun legeringen, zoals goud, messing, staal.
Dit type vaste stof is ook gewoon bekend als een netwerk-vaste stof. Netwerk atomaire vaste stoffen zijn enorme kristallen die bestaan uit atomen die bij elkaar worden gehouden door covalente bindingen. Veel edelstenen zijn netwerkatoomvaste stoffen.
Voorbeelden: diamant, amethist, robijn.
Atomaire vaste stoffen vormen zich wanneer zwakke Londense dispersiekrachten de atomen van koude edelgassen binden.
Voorbeelden: deze vaste stoffen worden niet in het dagelijks leven gezien, omdat ze extreem lage temperaturen vereisen. Een voorbeeld hiervan is massief krypton of massief argon.
Covalente moleculen bij elkaar gehouden door intermoleculaire krachten vormen moleculaire vaste stoffen. Hoewel de intermoleculaire krachten sterk genoeg zijn om de moleculen op hun plaats te houden, hebben moleculaire vaste stoffen doorgaans lagere smelt- en kookpunten dan metalen, ionische of netwerkatoomvormige vaste stoffen, die bij elkaar worden gehouden door sterkere bindingen.
Voorbeeld: waterijs.
In tegenstelling tot alle andere soorten vaste stoffen, vertonen amorfe vaste stoffen geen kristalstructuur. Dit type vaste stof wordt gekenmerkt door een onregelmatig bindingspatroon. Amorfe vaste stoffen kunnen zacht en rubberachtig zijn wanneer ze worden gevormd door lange moleculen, aan elkaar verward en vastgehouden door intermoleculaire krachten. Glasachtige vaste stoffen zijn hard en bros, gevormd door atomen onregelmatig verbonden door covalente bindingen.
Voorbeelden: kunststof, glas.