Karyo- of Caryo- biologie-voorvoegsels en achtervoegsels

Het voorvoegsel (karyo- of caryo-) betekent noot of kernel en verwijst ook naar de kern van een cel.

Voorbeelden

caryopsis (cary-opsis): vrucht van grassen en granen die bestaat uit een eencellige, zaadachtige vrucht.

Karyocyte (karyo-cyte): een cel die een kern bevat.

Karyochrome (karyo-chroom): een type zenuwcel waarin de kern gemakkelijk kleurt met kleurstoffen.

karyogamie (karyo-gamy): eenheid van celkernen, zoals bij bevruchting.

Karyokinesis (karyo-kinesis): deling van de kern die optreedt tijdens de celcyclusfasen van mitose en meiose.

karyologie (karyo-logie): de studie van de structuur en functie van de celkern.

Karyolymph (karyo-lymfe): de waterige component van de kern waarin de chromatine en andere nucleaire componenten zijn gesuspendeerd.

Karyolysis (karyo-lysis): het oplossen van de kern die optreedt tijdens celdood.

karyomegalie (karyo-mega-ly): abnormale vergroting van de celkern.

Karyomere (karyo-mere): een blaasje dat een klein deel van de kern bevat, meestal na abnormale celdeling.

Karyomitome (karyo-mitome): chromatine-netwerk in de celkern.

Karyon (Karyon): de celkern.

Karyophage (karyo-faag): een parasiet die de kern van een cel overspoelt en vernietigt.

Karyoplasm (karyo-plasm): het protoplasma van de kern van een cel; ook bekend als nucleoplasma.

karyopyknose (karyo-pyk-nosis): krimp van de celkern die gepaard gaat met de condensatie van chromatine tijdens apoptose.