Gebruik beleefde vragen tijdens het winkelen of het helpen van een klant in een winkel. Beleefde vragen worden gesteld met 'zou', 'mag' en 'zou'. U kunt ook om advies vragen in winkels die 'moeten' gebruiken.
Winkel assistent: Mag ik u helpen?
Klant: Ja, ik ben op zoek naar een trui.
Winkel assistent: Welke maat heb jij?
Klant: Ik ben een extra groot.
Winkel assistent: Wil je een effen trui of iets anders??
Klant: Ik ben op zoek naar een effen blauwe trui.
Winkel assistent: Wat dacht je van deze?
Klant: Ja, dat is leuk. Zou ik het kunnen passen??
Winkel assistent: Zeker, daar zijn de kleedkamers.
Klant: Dank je. (gaat een kleedkamer in om de trui te passen)
Winkel assistent: Hoe past het?
Klant: Het is te groot. Heb je een grote?
Winkel assistent: Ja, hier ben je. Wil je het proberen om te zien of het past?
Klant: Nee dat is oke. Dank je. Ik neem het. Ik ben ook op zoek naar leuke broeken.
Winkel assistent: Super goed. We hebben hier een paar hele mooie wollen broeken. Wilt u een kijkje nemen??
Klant: Ja, bedankt voor je hulp.
Winkel assistent: Wat zijn jouw maten?
Klant: Ik ben een 38 "taille en een 32" binnenbeenlengte.
Winkel assistent: Wat vind je hiervan??
Klant: Ze zijn mooi, maar ik heb liever een katoenen broek als je ze hebt.
Winkel assistent: Zeker, onze collectie zomerbroeken is hier. Hoe zit het met deze?
Klant: Ja, die vind ik leuk. Heb je ze ook in grijs?
Winkel assistent: Ja, hier is een paar. Je zei dat de afmetingen 38 "bij 32" zijn, nietwaar??
Klant: Ja dat is correct. Ik ga ze passen.
Winkel assistent: Laat het me weten als je hulp nodig hebt.
Klant: Dank je. (komt terug) Deze zijn geweldig. Dat maakt dus een trui en een paar grijze broeken.
Winkel assistent: OK, hoe wilt u betalen?
Klant: Accepteert u creditcards?
Winkel assistent: Ja dat doen we. Visa, Master Card en American Express.
Klant: OK, hier is mijn visum.