Een van de meest voorkomende toepassingen van infinitieven is het voorwerp van een voorzetsel. Wanneer het op een dergelijke manier wordt gebruikt, is de infinitief vaak het ruwe equivalent van de Engelse gerund, dat wil zeggen de "-ing" -vorm van het werkwoord, en kan op die manier worden vertaald.
In sommige gevallen wordt de infinitief gebruikt om extra actie aan te geven door het onderwerp van de zin:
Voorbeelden: Roberto salió zonde verte. Roberto vertrok zonder seeing u. Saldrá después de bezoeker. Ze zal na vertrekken aan het eten. Chili ganó por no seguir a la ortodoxia. Chili won door niet in aansluiting op orthodoxie. Todos los niñitos se conformaban con aprender su letra de molde. Alle kinderen hebben zich neergelegd bij aan het leren hoe af te drukken.
In andere gevallen wordt de infinitief gebruikt zoals elk ander zelfstandig naamwoord in een voorzetsel:
Voorbeelden: Gracias por no fumar. Bedankt voor het niet roken. Para ellos, ser vasco es incompatible con ser español. Voor hen is Baskisch onverenigbaar zijn met wezen Spaans. El presidente viajó a Londres para hablar de la situación humanitaria. De president reisde naar Londen om spreken over de humanitaire situatie. Si tienes preguntas acerca de comprar la revista, favor de llamar por teléfono. Als u vragen heeft over buying het tijdschrift, doe de gunst van roeping telefonisch.
Als u van Engels naar Spaans vertaalt, vertaalt u soms "-ing" werkwoordsvormen met de -Ando of -iendo werkwoordsvormen Spaans. "Ik spreek" kan bijvoorbeeld worden vertaald als estoy hablando. Als het werkwoord echter een voorzetsel volgt, moet u dat doen nooit vertalen met behulp van die vorm van het werkwoord; gebruik in plaats daarvan de infinitief.
Engels: Ik heb er genoeg van denken over jou.
Correct: Estoy harta de pensar en ti.
Niet correct: Estoy harta de pensando en ti.
Er is een algemeen gebruik van de infinitief na een voorzetsel in het Spaans dat geen exact Engels equivalent heeft. De infinitief fungeert als een passieve beschrijving:
Voorbeelden: La lata sin abrir puede durar hasta 12 maanden. Een nongeopend kan tot 12 maanden duren. En la mesa Estaba una manzana a medio bezoeker. Op tafel lag een halve-gegeten appel. Hay muchas tareas por hacer. Er zijn veel taken te doen. Tengo un par de libros sin koeloven. Ik heb een paar unlezen boeken.
Een dergelijk gebruik van de infinitief komt het meest voor zonde (wat betekent 'zonder') en de zin een medio (vertaald als "half").