Basisvragen in het Engels worden gevormd met behulp van het hulpwerkwoord gevolgd door het onderwerp dat vóór het hoofdwerkwoord komt.
Hulpwerkwoord + Onderwerp + Hoofdwerkwoord
Soms willen we niet echt een vraag stellen, maar gewoon informatie controleren. Als u bijvoorbeeld zeker weet dat een vriend in Seattle woont, maar wilt controleren of u dat zeker weet, kunt u een vraagtag gebruiken.
In dit geval is het niet nodig om een vraag te stellen, omdat u de informatie al kent. Met behulp van een vraagtag kunt u bevestigen dat de informatie die u kent, correct is. Vraagtags kunnen ook van betekenis veranderen op basis van hoe u de tag aan het einde van de zin uitspreekt. als jij je stem verheffen op het vraagtag vraagt u of de informatie die u zojuist hebt vermeld inderdaad correct is. Het gebruik van vraagtags op deze manier helpt ervoor te zorgen dat u iets correct doet of een situatie nauwkeurig begrijpt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Op andere momenten, jij laat de stem vallen op het vraagtag. Wanneer u de stem neerzet bij het vraagtagje, geeft u aan dat u informatie bevestigt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Het vormen van vraagtags is heel eenvoudig. Vergeet niet dat de vraagtag het hulpwerkwoord in de tegenovergestelde vorm van de zin zelf gebruikt. Met andere woorden, als de zin positief is, heeft de vraagtag de negatieve vorm van het hulpwerkwoord. Als de zin negatief is, gebruikt de vraagtag de positieve vorm. Hier is een kort overzicht van de belangrijkste tijden, de hulpvorm die ze aannemen, en een voorbeeld van een positieve en een negatieve vraagtag voor elke tijd:
VOORBEELD 1.
Gespannen: Past continu
Hulpwerkwoord: Was / Was (nog)
Voorbeeld van een positieve zin vraagtag: Andy was aan het werk toen je aankwam, hè??
Voorbeeld van een negatieve zin-vraagtag: Ze wachtten niet op je, waren ze??
VOORBEELD 2.
Gespannen: Voltooid tegenwoordige tijd
Hulpwerkwoord: Hebben / hebben (hebben)
Voorbeeld van een positieve zin vraagtag: Harry woont al lang in New York, nietwaar??
Voorbeeld van een negatieve zin-vraagtag: We hebben onze vrienden in Chicago dit jaar niet bezocht, of wel??
VOORBEELD 3.
Gespannen: Voltooid verleden tijd
Hulpwerkwoord: Moest hebben)
Voorbeeld van een positieve zin vraagtag: Ze waren klaar voordat hij aankwam, nietwaar??
Voorbeeld van een negatieve zin-vraagtag: Jason was nog niet klaar voordat je de update had verstrekt, of wel??
VOORBEELD 4.
Gespannen: Toekomst met Will
Hulpwerkwoord: Zullen
Voorbeeld van een positieve zin vraagtag: Tom zal erover nadenken, nietwaar??
Voorbeeld van een negatieve zin-vraagtag: Ze zullen niet naar het feest kunnen komen, wel?
VOORBEELD 5.
Gespannen: Toekomst met gaan naar
Hulpwerkwoord: Is / Are / Am (to be)
Voorbeeld van een positieve zin vraagtag: Tom gaat Russisch studeren, hè??
Voorbeeld van een negatieve zin-vraagtag: Ze zullen niet bij de vergadering zijn, wel??