Prepositional Object voornaamwoorden van het Spaans

Voorzetsels in het Spaans hebben een object nodig om compleet te zijn, net als in het Engels. Bijvoorbeeld een zin zoals 'Ik ga' of 'Voy a"heeft weinig zin. Dat object kan een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord zijn (of soms een werkwoord dat als zelfstandig naamwoord functioneert).

De meeste voornaamwoorden die in het Spaans met voorzetsels worden gebruikt, zijn hetzelfde als de voornaamwoorden in het onderwerp, maar ze zijn verschillend in het enkelvoud in de eerste en tweede persoon. Anders is het gebruik ervan vrij eenvoudig, zoals aangegeven in de volgende lijst:

De voornaamwoorden van het Spaans

mi-me

  • Es un regalo para mi. (Het is een geschenk voor me.)
  • Salieron zonde mi. (Ze vertrokken zonder me.)
  • Tienen una falta de respeto hacia mi. (Ze hebben een gebrek aan respect voor me.)

ti-u (bekend in het enkelvoud)

  • Hablan de ti. (Ze praten over u.)
  • Geen valía nada mi vida antes de ti. (Mijn leven eerder u was waardeloos.)
  • El regalo es para ti. (Het geschenk is voor u.)

usted-u (enkelvoud formeel)

  • Las flores son para usted. (De bloemen zijn voor u.)
  • Ella no tolera fumar alrededor de usted. (Ze houdt er niet van om rond te roken u.)
  • Siempre pensamos en usted. (We denken er altijd aan u.)

él, ella-hij haar

  • Corrieron Hacia él. (Ze renden naar toe hem.)
  • Fue escrito por ella. (Het was geschreven door haar.)
  • Muchas veces hablaban con ella. (Ze spraken met haar vaak.)

nosotros, nosotras-ons

  • Vienen Tras nosotros. (Ze komen erna ons.)
  • Andan al lado de nosotros. (Ze lopen naast ons.)
  • Queremos que trabajes con Nosotras. (We willen dat je samenwerkt ons.)

vosotros, vosotras-u (meervoud bekend)

  • Geen estoy contra vosotros. (Ik ben er niet tegen u.)
  • Salgo zonde vosotros. (Ik vertrek zonder u.)
  • Es el mejor para vosotras. (Het is het beste voor u.)

ellos, ellas-hen

  • El coche no es para ellos. (De auto is er niet voor hen.)
  • Salgo con Ellas. (Ik vertrek met hen.)
  • Zonde ellos geen podemos vivir. (We kunnen niet zonder hen.)