Leer de Franse woorden 'Au' en 'Eau' correct uit te spreken

Veel talen, waaronder het Frans, hebben woorden die anders zijn gespeld maar op dezelfde manier worden uitgesproken. Twee van de meest voorkomende van deze woorden in het Frans zijn eau en au. Eau is een zelfstandig naamwoord dat "water" betekent in het Engels, en au is het lidwoord "de". Deze letters werken ook als een gemeenschappelijke klinkercombinatie, die hetzelfde fonetische geluid produceren.

Uitspraakgids

De Franse klinkercombinaties in "eau" (enkelvoud) en "eaux" ('meervoud') worden uitgesproken als de gesloten O geluid, vergelijkbaar met de Engelse uitspraak van "eau" in eau de cologne maar meer langwerpig. De Franse lettercombinaties "au" (enkelvoud) en "aux" (meervoud) worden op precies dezelfde manier uitgesproken.

Het is belangrijk om dit geluid onder de knie te krijgen, omdat het in zoveel Franse woorden voorkomt. Bij het uitspreken van het geluid worden de lippen samengehouden om daadwerkelijk de vorm van een "o" te vormen. Deze fysieke component is de sleutel om de Franse uitspraak te corrigeren. Vergeet niet, om in het Frans te spreken, je je mond moet openen - veel meer dan in het Engels. Zo allez-y. ("Doe Maar.")

Klik op de onderstaande links om de woorden uitgesproken in het Frans te horen:

  •    eau (water)
  •    beau (knap, mooi)
  •    cadeau (geschenk)
  •    agneau (lam) Luister aandachtig: de 'g' wordt niet uitgesproken, dus je moet 'ah-nyo' zeggen.)
  •    beaucoup (veel)
  •    bureau (kantoor, bureau)
  •    chapeau (hoed)

Breid je woordenschat uit

De klinkercombinaties eau, eaux, au, en aux in de onderstaande woorden worden precies hetzelfde uitgesproken als in de bovenstaande woorden. Klik op een van de bovenstaande links om u eraan te herinneren hoe deze lettercombinaties precies worden uitgesproken. Zoals u zich herinnert, worden ze allemaal precies hetzelfde uitgesproken.

  • gâteau (cake)
  • bateau (boot)
  • kastelen (kastelen)
  • auto (auto)
  • mauvais (slecht)
  • chaud (heet)
  • Cauchemar (nachtmerrie)
  • restaurant (restaurant)
  • chevaux (paarden)
  • journaux (kranten)

Voorbeelden:

  • Je vais au restaurant. > "Ik ga naar het restaurant."
  • Je mets mon beau chapeau sur le bateau qui flotte sur l'eau et qui part au Portugal où il fait chaud. > "Ik zet mijn mooie hoed op de boot die op het water drijft en die naar Portugal vertrekt waar het heet is."