Datum en tijd Woordenschat in het Duits

Weet je hoe laat het is? Hoe zit het met de datum? Als u zich in een Duitstalig land bevindt, wilt u weten hoe u die vragen in het Duits kunt stellen en beantwoorden. Er zijn enkele trucs, dus bekijk eerst hoe je de tijd in het Duits kunt vertellen. Laten we nu de termen voor de klok, kalender, seizoenen, weken, dagen, datums en andere tijdgerelateerde woordenschat onderzoeken.

Datums en tijd in het Duits

Naamloze geslachten: r (der, masc.), e (dood gaan, fem.), s (das, neu.)
afkortingen: adj. (bijvoeglijk naamwoord), adv. (bijwoord), n. (zelfstandig naamwoord), pl. (meervoud), v. (werkwoord)

EEN

after, past (prep., met tijd.) nach
na tien uur nach zehn Uhr
kwart over vijf viertel nach fünf
vijf over tien fünf nach zehn

middag (n.) r Nachmittag
middagen, in de middag nachmittags, ben Nachmittag

geleden vor
twee uur geleden vor zwei Stunden
tien jaar geleden vor zehn Jahren

AM, a.m. morgens, vormittags
Opmerking: Duitse schema's en tijdschema's gebruiken 24-uurs tijd in plaats van AM of PM.

year (ly) (adj./adv.) jährlich (YEHR-lich)

Het woord jährlich is gebaseerd op das Jahr (jaar), het basiswoord voor veel vergelijkbare woorden in het Duits, waaronder das Jahrhundert (eeuw) en das Jahrzehnt (decennium).

April (der) april
in april ik ben april
(Zie alle maanden hieronder, onder "maand".)

rond (prep., met tijd) gegen
rond tien uur gegen zehn Uhr

om (prep., met tijd) um
om tien uur um zehn Uhr

herfst Herbst
in (de) herfst / herfst im Herbst

B

balanswiel (klok) (n.) e Unruh, s Drehpendel

voorheen (adv., prep.) (Be) vor, vorher, zuvor
eergisteren vorgestern
voor tien uur (be) vor zehn Uhr
jaren ervoor Jahre früher

Omdat het Engelse woord "voorheen" zoveel betekenissen in het Duits kan hebben, is het verstandig om de juiste uitdrukkingen of uitdrukkingen te leren. Een deel van het probleem is dat het woord (in beide talen) kan werken als een bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een voorzetsel, EN kan worden gebruikt om zowel tijd (voorafgaand aan, eerder) en locatie (voor) uit te drukken. In kloktijd vor wordt gebruikt voor of tot, zoals in "tien tot vier" = zehn vor vier.