Het steminitiatief, een vorm van directe democratie, is het proces waarbij burgers de bevoegdheid uitoefenen om maatregelen die anders door de staatswetgevers of lokale overheden worden overwogen, in de gehele staat en lokale stemmingen voor een publieke stemming te plaatsen. Succesvolle steminitiatieven kunnen nationale en lokale wetten maken, wijzigen of intrekken, of nationale grondwetten en lokale handvesten wijzigen. Stembiljetinitiatieven kunnen ook eenvoudig worden gebruikt om staats- of lokale wetgevende instanties te dwingen het onderwerp van het initiatief te overwegen.
Vanaf 2016 werd het stemprocesinitiatief op het niveau van de staat gebruikt in 24 staten en het District of Columbia en wordt het algemeen gebruikt in de provinciale en gemeentelijke overheid.
De eerste gedocumenteerde goedkeuring voor het gebruik van het stemprocesinitiatief door een staatswetgever verscheen in de eerste grondwet van Georgië, geratificeerd in 1777.
De staat Oregon registreerde het eerste gebruik van het moderne stemprocesinitiatief in 1902. Een belangrijk kenmerk van het Amerikaanse Progressieve Tijdperk van de jaren 1890 tot 1920, het gebruik van steminitiatieven verspreidde zich snel naar verschillende andere staten.
De eerste poging om de goedkeuring van het stembiljet op het niveau van de federale overheid te krijgen, vond plaats in 1907 toen House Joint Resolution 44 werd geïntroduceerd door Rep. Elmer Fulton van Oklahoma. Over de resolutie is nooit gestemd in de voltallige Tweede Kamer, nadat de commissie niet was goedgekeurd. Twee vergelijkbare resoluties die in 1977 werden geïntroduceerd, waren ook niet succesvol.
Volgens de Ballotwatch van het Initiative & Referendum Instituut verschenen tussen 1904 en 2009 in totaal 2.314 stembiljetinitiatieven op staatsstembiljetten, waarvan 942 (41%) werden goedgekeurd. Het stemprocesinitiatief wordt ook vaak gebruikt op provinciaal en stedelijk niveau. Er is geen nationaal initiatief voor het stemmen. Goedkeuring van een landelijk federaal stemprocesinitiatief zou een wijziging van de Amerikaanse grondwet vereisen.
Stembiljetinitiatieven kunnen direct of indirect zijn. Bij een direct stembiljet wordt de voorgestelde maatregel direct op het stembiljet geplaatst nadat het door een gecertificeerd verzoekschrift is ingediend. Onder het minder gebruikelijke indirecte initiatief wordt de voorgestelde maatregel alleen in stemming gebracht voor een volksstemming als deze eerst door de nationale wetgever is verworpen. Wetten die het aantal en de kwalificaties van namen specificeren die nodig zijn om een initiatief te nemen tot een stemming, variëren van staat tot staat.
De term "stembiljetinitiatief" moet niet worden verward met "referendum", een maatregel die door een staatswetgever naar kiezers wordt verwezen en die voorstelt dat specifieke wetgeving door de wetgever kan worden goedgekeurd of afgewezen. Referendums kunnen "bindende" of "niet-bindende" referenda zijn. In een bindend referendum wordt de staatswetgever wettelijk verplicht zich aan de stem van het volk te houden. In een niet-bindend referendum is dat niet het geval. De termen "referendum", "voorstel" en "stembiljetinitiatief" worden vaak door elkaar gebruikt.
Enkele opmerkelijke voorbeelden van stemmingen die zijn gestemd tijdens de tussentijdse verkiezingen van november 2010 waren: