The Woman Destroyed van Simone de Beauvoir

Simone de Beauvoir publiceerde haar korte verhaal 'De vrouw vernietigd' in 1967. Zoals veel existentialistische literatuur, is het in de eerste persoon geschreven, het verhaal dat bestaat uit een reeks dagboekaantekeningen geschreven door Monique, een vrouw van middelbare leeftijd wiens man is een hardwerkende arts en wiens twee volwassen dochters niet meer thuis wonen.

Aan het begin van het verhaal heeft ze haar man net zien vertrekken op een vlucht naar Rome waar hij een conferentie heeft. Ze is van plan een ontspannen rit naar huis te maken en geniet van het vooruitzicht om vrij te zijn om te doen wat ze wil, zonder enige familiale verplichtingen. "Ik wil een beetje voor mezelf leven", zegt ze, "na al die tijd." Zodra ze echter hoort dat een van haar dochters griep heeft, onderbreekt ze haar vakantie zodat ze naast haar bed kan liggen. Dit is de eerste indicatie dat ze, na zoveel jaren aan anderen te hebben besteed, haar nieuwe vrijheid moeilijk zal vinden om van te genieten.

Thuis vindt ze haar appartement vreselijk leeg en in plaats van te genieten van haar vrijheid, voelt ze zich alleen eenzaam. Ongeveer een dag later komt ze erachter dat Maurice, haar man, een affaire heeft gehad met Noellie, een vrouw met wie hij samenwerkt. Ze is er kapot van.

In de daaropvolgende maanden wordt haar situatie erger. Haar man vertelt haar dat hij in de toekomst meer tijd met Noellie zal doorbrengen, en het is met Noellie dat hij naar de bioscoop of het theater gaat. Ze doorloopt verschillende stemmingen - van woede en bitterheid tot zelfbeschuldiging tot wanhoop. Haar pijn verteert haar: "Mijn hele vorige leven is achter me ingestort, zoals het land doet in die aardbevingen waar de grond consumeert en zichzelf vernietigt." 

Maurice raakt steeds geïrriteerder bij haar. Waar hij ooit de manier had bewonderd waarop zij zich aan anderen wijdde, ziet hij nu haar afhankelijkheid van anderen als nogal zielig. Terwijl ze depressief wordt, spoort hij haar aan om naar een psychiater te gaan. Ze begint er wel een te zien en op zijn advies begint ze een dagboek bij te houden en een dagtaak op te nemen, maar geen van beide lijkt veel te helpen.

Maurice verhuist uiteindelijk volledig. In het laatste bericht staat hoe ze na het diner bij haar dochter terugkomt naar het appartement. De plaats is donker en leeg. Ze zit aan de tafel en ziet de gesloten deur naar Maurice's studeerkamer en naar de slaapkamer die ze hadden gedeeld. Achter de deuren ligt een eenzame toekomst, waar ze erg bang voor is.

Het verhaal biedt een krachtige weergave van iemand die worstelt met een bepaalde tijd van het leven. Het onderzoekt ook de psychologische reactie van iemand die zich verraden voelt. Maar bovenal vangt het de leegte waarmee Monique wordt geconfronteerd wanneer ze haar familie niet langer heeft als reden om niet meer met haar leven te doen.