FARC is een acroniem voor Revolutionaire strijdkrachten van Colombia (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia). FARC werd in 1964 in Colombia opgericht.
Volgens FARC zijn haar doelen om de landelijke armen van Colombia te vertegenwoordigen door de macht te grijpen door een gewapende revolutie en door een regering op te richten. FARC is een zelfbenoemde marxistisch-leninistische organisatie, wat betekent dat het op een of andere manier toegewijd is aan de herverdeling van rijkdom onder de bevolking van het land. In overeenstemming met deze positie verzet het zich tegen multinationale ondernemingen en de privatisering van nationale middelen.
FARC's toewijding aan ideologische doelen is aanzienlijk afgenomen; het lijkt vaak grotendeels een criminele organisatie te zijn. De aanhangers hebben de neiging om mee te doen op zoek naar werk, minder dan om politieke doelen te bereiken.
FARC heeft zichzelf ondersteund door een aantal criminele middelen, met name door zijn deelname aan de cocaïnehandel, van oogst tot productie. Het heeft ook, net als de maffia, in plattelandsgebieden van Colombia gefunctioneerd, waardoor bedrijven moeten betalen voor hun "bescherming" tegen aanvallen.
Het heeft externe steun gekregen van Cuba. Begin 2008 dook nieuws op, gebaseerd op laptops uit een FARC-kamp, dat de Venezolaanse president Hugo Chavez een strategische alliantie met FARC had gedwongen om de Colombiaanse regering te ondermijnen.
FARC werd voor het eerst opgericht als een guerrilla-strijdkracht. Het wordt op militaire wijze georganiseerd en bestuurd door een secretariaat. FARC heeft een breed scala aan tactieken en technieken gebruikt om militaire en financiële doelen te bereiken, waaronder bomaanslagen, moorden, afpersing, ontvoering en kaping. Naar schatting hebben ongeveer 9.000 tot 12.000 actieve leden.
FARC is ontstaan in een periode van intense klasse-onrust in Colombia en na vele jaren van hevig geweld over de verdeling van land en rijkdom op het platteland. Aan het einde van de jaren vijftig traden twee strijdende politieke krachten, conservatieve en liberalen, gesteund door legermacht toe om een Nationaal Front te worden en begonnen hun greep op Colombia te consolideren. Beiden waren echter geïnteresseerd in het helpen van grote landeigenaren om te investeren in en gebruik te maken van boerenland. FARC is ontstaan uit guerrillatroepen die zich tegen deze consolidatie verzetten.
De toenemende druk op boeren door de overheid en eigenaren van onroerend goed in de jaren 1970 hielp FARC groeien. Het werd een echte militaire organisatie en kreeg steun van boeren, maar ook studenten en intellectuelen.
In 1980 begonnen vredesbesprekingen tussen de regering en FARC. De regering hoopte FARC om te vormen tot een politieke partij. Intussen begonnen rechtse paramilitaire groepen te groeien, met name om de lucratieve coca-handel te beschermen. In de nasleep van mislukte vredesbesprekingen groeide het geweld tussen FARC, het leger en de paramilitairen in de jaren negentig.